Future Food Symposium – Perspectief voor de boer: conclusies en aanbevelingen
Bron: UU – Future Food Utrecht
Fotografie: Ivar Pel
Het Nederlandse voedselsysteem verkeert in een crisis. Onze landbouw produceert goedkoop, gezond en veilig voedsel, maar dit gaat ten koste van de nationale en wereldwijde biodiversiteit en het milieu. Klimaatadaptatie, Sustainable Development Goals, gezondheid en welzijn van mens en dier vragen om drastische maatregelen om onze voedselproductie te verduurzamen. De grote nadruk op groei en lage prijzen binnen de landbouw- en voedselsector blokkeren echter de transitie naar duurzame voedselproductie. Boeren bevinden zich momenteel in een spanningsveld tussen aan de ene kant goedkoop en veel moeten produceren, en aan de andere kant duurzaam moeten produceren met minder negatieve impact op natuur en milieu. Door de hoge druk op verandering voelen boeren zich in het nauw gedreven. Zij worden geconfronteerd met maatregelen die snel oplossingen moeten bieden voor urgente juridische struikelblokken zoals het stikstofprobleem, maar zien weinig perspectief voor de langere termijn. Dit heeft geleid tot grote maatschappelijke onrust en soms zelfs gewelddadige protesten. Deze crisis vraagt om structurele veranderingen binnen het voedselsysteem. We moeten toe naar een duurzaam voedselsysteem dat eenduidig en toekomstbestendig perspectief biedt voor de boer. Dit is echter geen eenvoudige opgave. Het voedselsysteem staat op dit moment voor een aantal grote economische, politieke, sociale, ethische, psychologische en biologische vraagstukken die in samenhang moeten worden aangepakt.
Future Food Utrecht is een interdisciplinaire onderzoekshub aan de Universiteit Utrecht die zich richt op alle facetten van het voedselsysteem. Tijdens ons jaarlijkse symposium op 9 november 2022 hebben wij bovenstaande vraagstukken gebundeld. Samen met wetenschappers, beleidsmakers, boeren, bedrijfsleven en NGO’s zijn we op zoek gegaan naar nieuw perspectief voor de boer: Future Food Utrecht Symposium – Current affairs – Utrecht University (uu.nl)
Conclusies en aanbevelingen
Perspectief en verandering
Perspectief is noodzakelijk, maar we moeten ook aandacht hebben voor het proces: een open, empathisch en reflexief proces. Een eerste stap is het erkennen van de waarde van boeren en het erkennen van de moeilijke positie waarin ze zich bevinden. Het is belangrijk om in de transitie ook angst en verlies van het oude te erkennen. De vraag is vervolgens hoe je die angst (en de bijbehorende energie die dat opwekt) kunt ombuigen naar positieve verandering. Dit persoonlijke aspect wordt vaak over het hoofd gezien, met allerlei schadelijke effecten tot gevolg. De boeren worden in de huidige aanpak te veel gezien als ‘bedrijf’, en minder als ambachtslieden en personen. Het blijkt lastig om verduurzaming van het voedselsysteem zonder centrale sturing vanuit de markt voor elkaar te krijgen. De landbouw- en voedseltransitie vraagt dan ook om een krachtig politiek initiatief vanuit de centrale overheid. Daarnaast is betrokkenheid nodig van een breed palet aan partijen vanuit de gehele voedselketen: boeren, retail, de financiële sector, logistiek, jongeren en consumenten. Alle partijen die het verdienmodel van de boer bepalen zouden hun verantwoordelijkheid moeten worden om mee te gaan in de noodzakelijke voedseltransitie. Om de regie hierin te nemen zal de overheid reflexief moeten kunnen zijn en toegeven dat het beleid dat ze naar een duurzaam voedselsysteem. Dit vraagt om een structurele verandering in de hele samenleving, inclusief logistiek, eetcultuur, waardering en verdienmodellen. Ook vraagt dit om een herbezinning op de rol van de Nederlandse landbouw in het mondiale voedselsysteem.
Voorwaarden
- Er is lange-termijn duidelijkheid nodig over financiering, normering en regulering. Op dit moment zijn er te veel regels en subsidies die sterk sectoraal zijn ingestoken en bovendien niet goed passen bij een diversiteit aan bedrijfsvormen. Boeren hebben behoefte aan duurzame verdienmodellen en goede begeleiding. Er moet een passende beloning komen voor de boer voor groene, maatschappelijke activiteiten, zoals een biodiversiteitsopslag of landschapssubsidies.
- Op de korte termijn moet ook worden nagedacht over hoe met huidige leningen en schulden, die de boer vasthouden in de huidige manier van werken, kan worden omgegaan. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor banken. Het huidige exportmodel leunt sterk op subsidiëring. Hoe kan die geldstroom worden omgebogen voor het behalen van maatschappelijke doelen op het gebied van biodiversiteit, milieu, gezondheid en een eerlijke positie van de boer?
- Bied grond (bijv. uit de uitkoop) goedkoop aan via een overheidsfonds aan boeren die natuur-inclusief of duurzaam willen boeren. Grond zou op deze manier verkocht kunnen worden of via een langdurige overeenkomst verpacht. Verdisconteer daarnaast de waarde van grond beter met bijvoorbeeld wateropslag, CO2 opslag en andere functies.
- Prijzen van voedsel moeten eerlijker worden en gekoppeld aan duurzaamheidsdoelen. Uiteraard moet voedsel wel voor iedereen betaalbaar blijven. Dit vraagt om concrete financiële instrumenten (bijv. BTW constructies), maar ook om gedragsverandering. De consument moet beter voorgelicht worden over het veranderproces dat nodig is om de voedsel- en landbouwtransitie te realiseren. Dit vraagt ook om een verandering van onze eetcultuur, die meer gericht zou moeten zijn op lokale producten, minder dierlijke eiwitten en een herwaardering van traditioneel en seizoensgebonden voedsel.
Rol van kennis en onderzoek
- Bundeling en het (centraal) beschikbaar stellen van bestaande kennis en gegevens is noodzakelijk om de transitie te versnellen. De wetenschap kan helpen bij het verzamelen en analyseren van gegevens, het meten van impact en het experimenteren met maatregelen. Daarbij moeten wetenschappers wel integraal blijven kijken en zich niet te veel richten op losse deelgebieden. Daarnaast moet ervoor gezorgd worden dat de kennis die er is beter ontsloten wordt, bijvoorbeeld via onderwijs. Financieringsvoorwaarden voor onderzoek zijn daar wel een groot probleem. Co-financiering is altijd nodig en met de bedragen waar het om gaat komen wetenschappers altijd terecht bij de grote partijen uit het huidige systeem. Dit zit daadwerkelijk vernieuwend onderzoek buiten de gebaande paden in de weg. De overheid zou ook hierin een rol moeten spelen door onafhankelijk onderzoek te financieren en niet te beleggen bij gevestigde partijen.
- Een belangrijk aandachtspunt is hoe je vragen van boeren bij wetenschappers kunt laten landen. Er is vaak een mismatch tussen de aard van de vragen die de praktijk heeft om vooruit te komen en waar wetenschappers in geïnteresseerd zijn en op worden aangestuurd vanuit de universiteit. Het oppakken van deze vragen door wetenschappers en het leggen van verbindingen tussen wetenschap en praktijk is nu daarom vaak vrijwilligerswerk, ook vanwege de manier waarop onderzoeksfinanciering wordt vormgegeven (zie hierboven). Het is daarom belangrijk om bij het inventariseren van praktijkvragen zowel helder te zijn over waar deze het beste kunnen landen (universiteit, HBO, of niet-academische instellingen) als ook de interne beloningssystemen voor wetenschappers zo aan te passen dat het beantwoorden van praktijkvragen een plaats in de universiteit kan krijgen. Dat geldt zowel voor het onderzoeksdeel van de universiteit als het onderwijs. Praktijkvragen kunnen ook worden opgepakt in transdisciplinaire cursussen of in de vorm van een maatschappelijke stage voor studenten.
- Omdat we te maken hebben met veranderprocessen, vaak van persoonlijke aard in een complex institutioneel systeem, is naast technologische kennis ook de ontwikkeling van sociaalwetenschappelijke kennis in de landbouw- en voedseltransitie essentieel.
- Studenten zijn de toekomst. Het is daarom van belang onze nieuwe generaties bewuster te maken van het belang van het voedselsysteem, om zo ook menskracht en vernieuwende ideeën voor de toekomst te ontwikkelen. Zijn de huidige curricula hiervoor wel geschikt? Er is veel gaande, maar ontwikkelingen zijn nog sterk versnipperd en zeker niet in alle opleidingen verankerd, terwijl het oude denken nog steeds dominant aanwezig is in bestaande opleidingen. Universiteitsbesturen zouden een duurzame toekomstvisie moeten uitdragen die in alle opleidingen landt.
De transitie naar een duurzaam voedselsysteem aan de Universiteit Utrecht
Binnen de Future Food Utrecht hub wordt onderzoek gebundeld dat bijdraagt aan de transitie naar een duurzaam voedselsysteem. De conclusies en aanbevelingen van het symposium ‘Perspectief voor de Boer’ worden hierin meegenomen. In lopende projecten, maar ook in nieuwe projectaanvragen.
Het symposium Perspectief voor de Boer werd ingeleid door vijf diverse sprekers:
- Hens Runhaar, Universiteit Utrecht
- Bregje Hamelynck, Federatie Agro-Ecologische Boeren
- Ingrid van Huizen, Stichting Biodiversiteitsmonitor
- Margriet van Vianen, Provincie Utrecht
- Jeroen van Wijk, melkveehouder & LTO Noord
Na deze presentaties gingen we in kleine groepen uiteen om verder te praten over nieuwe perspectieven voor de boer. Dit resulteerde in mooie, open gesprekken met input vanuit een breed scala aan organisties zoals Federatie Agro-Ecologische Boeren, Stichting Biodiversiteitsmonitor, Provincie Utrecht, LTO Noord, Landschap Erfgoed Utrecht, Agrifirm, Ministerie van LNV, Schuttelaar & Partners, Wageningen University & Research, Aeres Hogeschool, Amped/Local2Local, Provincie Gelderland en Food Policy.
Het symposium werd afgesloten met een persoonlijke en oprechte voordracht door stand-up filosofe Laura van Dolron en met muziek van de akoestische band Moon About.
Voor meer informatie over het symposium en de (onderzoeks)activiteiten van Future Food Utrecht, neem contact op met Simone Pekelsma, Managing Director FFU.