Trekkers

Hoe gaat het met de Nederlandse eiwitproductie en hoe ziet de toekomst eruit?

Door: Rinke Bossink
De vraag “Kun je een volledig gezond voedingspatroon vullen met alleen Nederlandse producten gedurende alle seizoenen?” bracht mijn interesses samen: mijn master Nutrition and Health aan de WUR en mijn stage bij Local2Local. In drie artikelen probeer ik deze vraag te beantwoorden. Dit is het tweede artikel.

Als er gesproken wordt over hoe wij de wereldbevolking van 10 miljard mensen gaan voeden in 2050, gaat het vaak over eiwitten. Eiwitten zijn essentieel voor het onderhoud, de groei en de ontwikkeling van het menselijk lichaam.

In het eerste artikel van deze serie heb ik globaal gekeken naar de vraag of we een gezond voedingspatroon kunnen vullen met alleen Nederlandse producten. Ik had het over de macronutriënten: koolhydraten, eiwitten en vetten. Koolhydraten en vetten heb ik besproken, maar eiwitten krijgen in dit tweede artikel extra aandacht. 

Een tijdje geleden las ik in de Resource, een wetenschappelijk blad van de WUR, de volgende kop: 

100.000 hectare Hollands eiwitgewas is ambitieus.’ (1)

Dit trok mijn aandacht met betrekking tot de vraag of Nederland haar eigen eiwitbehoefte kan vullen. Door bevolkingsgroei en de enorme vraag naar eiwitrijk veevoer is de productie van voornamelijk soja verplaatst naar Midden- en Zuid-Amerika. Nu de internationale focus ligt op de productie van voldoende eiwitten, is er ook vanuit de EU de opdracht gekomen om een eiwitstrategie op te stellen, om Europa minder afhankelijk te maken van eiwitrijke gewassen uit andere continenten. De Nederlandse nationale eiwitstrategie stelt dat binnen 10 jaar 100.000 hectare in Nederland gevuld moet zijn met vlinderbloemige gewassen die een hoge concentratie eiwitten bevatten (2).

De consumptie van eiwitten door Nederlanders, waarvan zo’n 60% dierlijk en 40% plantaardig is, is ruim genoeg en vaak meer dan nodig (3). De aanbevolen inname van eiwitten per dag ligt op 0.75 g/kg lichaamsgewicht (4). Niet alleen voor een lagere milieu impact, maar ook voor de gezondheid adviseert de raad voor de leefomgeving en infrastructuur aan het ministerie van VWS en het voedingscentrum om deze verhouding te veranderen naar 60% plantaardig eiwit en 40% dierlijk eiwit (5).

De ambitie die Nederland heeft om meer eiwitrijke gewassen te telen gaat nog niet de goede kant op. In 2020 is de teelt van eiwitrijke gewassen zelfs afgenomen (6). De Nederlandse eiwitproductie is op dit moment vooral gefocust op vlees en zuivel, waarvoor voornamelijk veevoer wordt geïmporteerd vanuit het buitenland. Van alle geïmporteerde plantaardige eiwitten wordt maar liefst 93% gebruikt voor veevoer(2). De 7% voor directe menselijke consumptie zijn vooral oliën. Van alle geïmporteerde eiwitten is circa 80% soja uit Noord- en Zuid-Amerika.

Eiwitrijke gewassen eerst aan vee voeren, waarna de mens deze dierlijke producten eet, kost meer landoppervlak, water, kunstmest, brandstoffen en meer (7), dan wanneer mensen direct plantaardige eiwitten consumeren. Door als mensen meer plantaardig te eten, kunnen we op deze inefficiënte omzetting van plantaardige naar dierlijke eiwitten besparen. Aangezien soja een goede plantaardige eiwitbron is die een volledig aminozuurprofiel vult, en daarom als goede vleesvervanger dient, wordt de mogelijkheid tot het verbouwen van soja in Nederland onderzocht. Helaas heeft dit nog niet mogen baten, en is het areaal soja dat in Nederland wordt verbouwd in de afgelopen jaren gedaald. Volgens onderzoeksmanager Chris de Visser van de WUR kan Nederlandse soja niet concurreren tegen de Braziliaanse.Daarnaast vertelde Laura de Grave, schrijfster van het Lekker Lokaal kookboek mij dat er in Nederland ongeveer 100 soorten bonen worden geteeld. Bonen zijn van nature hoog in eiwitten. Vooral in Zeeland is de productie van (bruine) bonen groot. De teelt van bonen in Nederland is de afgelopen jaren gestegen: door het hamsteren van bonen in de coronatijd, en door de grotere vraag naar lokaal en duurzaam geproduceerd voedsel. Het grootste risico van bonenteelt in Nederland is een late oogst. Dit kan er toe leiden dat kou of regen laat in het seizoen de oogst aantast.

Welke eiwitbronnen zijn nu interessant om te telen op Nederlandse bodem?
De eiwitgewassen die in Nederland interessant zijn om te telen zijn veldboon, lupine, soja en erwten (1). Echter, deze gewassen hebben óf een veel lager eiwitgehalte (veldboon), een lagere opbrengst (lupine) of hoge oogstrisico’s (erwt) dan concurrerende soja uit Zuid-Amerika. Het initiatief Lekker Lupine onderzoekt de lupineteelt in Nederland en werkt samen met verschillende partijen om de teelt, afzet en consumptie van lupine in Nederland te stimuleren. Meer experimenten naar de mogelijkheden en schaalvergroting van deze alternatieve eiwitgewassen is nodig om in de toekomst een rendabele oogst te verkrijgen. Het platform eiwitboeren.nl richt zich op de toekomst van de eiwitproductie in Nederland.

Lupinebonen (foto: Lekker Lupine)

Er zijn boeren die vertrouwen hebben in de eiwitproductie op Nederlandse bodem. Bijvoorbeeld de twee Twentse broers van ‘de Nieuwe Melkboer’ zeggen veel potentie te zien in ‘nedersoja’ voor de productie van Nederlandse sojadrink, die inmiddels al op de markt is. Het is echter voor innovatieve (melk)boeren een uitdaging om te starten met een alternatieve eiwitproductie, omdat ontwikkelaars van zuivelopvolgers expliciet niet in aanmerking komen voor de duurzame landbouwsubsidie Het Plattelands-Ontwikkelings-Programma (POP3). Hierdoor blijft het voor melkveehouders gunstig om de minder duurzame productie van melk te behouden in plaats van over te stappen op plantaardige productie van eiwitten. Over het algemeen hebben melkkoeien op grasland een lagere melkproductie dan melkkoeien die worden gevoerd met krachtvoer (9). Wel kunnen melkkoeien grasland benutten waar het moeilijker is om andere gewassen te telen.

Wat is de invloed van klimaatverandering op de teelt van eiwitrijke gewassen in Europa? Door het opwarmen van de aarde verandert het klimaat in Europa. Uit een recent onderzoek blijkt dat de invloed van klimaatverandering op de potentie voor het telen van eiwitrijke gewassen varieert over regio’s in Europa (8). Waar in Noord-Europa het klimaat geschikter wordt, wordt het klimaat in Zuid-Europa minder geschikt voor de huidige eiwitrijke gewassen die worden geteeld, zoals kikkererwten en linzen. Een breder areaal in Europa (8) zal door deze klimaatverandering geschikt worden voor de teelt van quinoa. Uit hetzelfde onderzoek (8) blijkt dat gewasgeschiktheid niet altijd leidt tot gewasproductie. Dit kan komen door andere factoren, zoals concurrentie in andere regio’s. 

In het derde artikel zal ik verder ingaan op de diversiteit van de producten in Nederland door de seizoenen heen.

Voetnoten

(1) Sikkema A. ‘100.000 hectare Hollands eiwitgewas is ambitieus’’.’ 2021 [cited 2021 Jun 16]; Available from: https://www.resource-online.nl/index.php/2021/04/17/100-000-hectare-hollands-eiwitgewas-is-ambitieus/
(2) Ministerie van LNV. Nationale Eiwitstrategie  [Internet]. 2020 [cited 2021 Jun 10]. Available from: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/12/22/nationale-eiwitstrategie
(3) RIVM. Inname eiwitten | Voedselconsumptiepeiling [Internet]. [cited 2021 Jun 10]. Available from: https://wateetnederland.nl/resultaten/energie-en-macronutrienten/inname/eiwitten
(4) FAO. Energy and protein requirements [Internet]. [cited 2021 Jun 2]. Available from: http://www.fao.org/3/AA040E/AA040E09.htm
(5) Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. Duurzaam en gezond [Internet]. [cited 2021 Jun 16]. Available from: https://www.rli.nl/publicaties/2018/advies/duurzaam-en-gezond
(6) CBS. Nederland teelt minder eiwitgewassen. 2020 [cited 2021 Jun 16]; Available from: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/40/nederland-teelt-minder-eiwitgewassen
(7) PBL. View of The Protein Puzzle: The Consumption and Production of Meat, Dairy and Fish in the European Union | European Journal of Nutrition & Food Safety [Internet]. 2011 [cited 2021 Jun 11]. Available from: https://www.journalejnfs.com/index.php/EJNFS/article/view/30006/56311
(8) Manners R, Varela-Ortega C, van Etten J. Protein-rich legume and pseudo-cereal crop suitability under present and future European climates. Eur J Agron [Internet]. 2019 [cited 2021 Jun 11]; Available from: https://reader.elsevier.com/reader/sd/pii/S1161030118301813?token=354976E0D08056D564454215C92986FAED0624D3048C816C3578969AF849A4C86D08D23FF4D9D30A14308049F0A5F755&originRegion=eu-west-1&originCreation=20210611083237
(9) Knaus, W. (2016). Perspectives on pasture versus indoor feeding of dairy cows. Journal of the Science of Food and Agriculture, 96(1), 9-17.