Diversiteit van gewassen in de Nederlandse landbouw

Door: Rinke Bossink

De vraag “Kun je een volledig gezond voedingspatroon vullen met alleen Nederlandse producten gedurende alle seizoenen?” bracht mijn interesses samen: mijn master Nutrition and Health aan de WUR en mijn stage bij Local2Local. In drie artikelen probeer ik deze vraag te beantwoorden. Dit is het laatste artikel.

Zoals ik in het eerste artikel van deze artikelenserie uiteen zette, is de landbouwproductie van Nederland divers. Verschillende groente- en fruitsoorten, vlees en zuivel, granen, noten en zaden kunnen op Nederlandse bodem verbouwd worden. Maar zijn deze producten beschikbaar gedurende het hele jaar en kunnen we al onze nutriënten het hele jaar verkrijgen? 

Meeëten met de seizoenen is een populair principe. Dit wordt gezien als erg gezond, omdat bepaalde nutriënten in seizoensgroenten beschikbaar zijn, nutriënten die zouden aansluiten op de behoefte van de mens in dat seizoen. Echter, of dit ook mogelijk is in ieder klimaat, bijvoorbeeld in Noord-Europa, is onduidelijk. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor dit principe, maar kan het wel enorm bijdragen aan consumptie uit een regionaal voedselsysteem. Uit onderzoek in Engeland is gebleken dat het eten van enkel lokale seizoensgebonden producten de inname van fruit en groenten verlaagde, doordat er een minder gevarieerd aanbod beschikbaar was (1). Dat is gebaseerd op wat er op het moment in grote hoeveelheden wordt geteeld, daarin zijn niet de mogelijkheden voor het telen van andere groenten en fruit in de toekomst meegenomen. 

Milieudefensie streeft naar het volgende toekomstbeeld: “We hebben een bloeiende landbouw die een grote diversiteit aan gewassen voortbrengt. In december staat er wintertarwe op de akkers, in juni bloeit de lupine en in het najaar worden er maïs, soja en aardappelen geoogst.” (2)

Dit is een mooie visie om na te streven, maar in hun visie hebben zij het niet over groenteteelt, wat erg belangrijk is voor de gezondheid. 

Diversiteit van gewassen is niet alleen voor ónze gezondheid enorm belangrijk, maar ook voor de biodiversiteit, bodemgezondheid en klimaatbestendigheid van ons voedselsysteem en daarmee voor onze voedselveiligheid op lange termijn. Boslandbouw, rijenteelt en pixelteelt kunnen een alternatief bieden voor de monoculturen waar onze landbouw op dit moment op gebaseerd is. Daarbij leidt het ook tot een diverser aanbod van landbouwproducten voor de consument.

Hoe divers is de (groente)teelt in Nederland op dit moment? Van het totale areaal akkerland in Nederland is meer dan 20% maïs en meer dan 20% grasland. Daarbij bestaat 40% van het areaal vollegrondsgroenten uit ui (3). Verder zijn winterpeen, asperges en o.a. witlofwortel populaire vollegrondsgroenten om te telen. Aardappel is het gewas dat voor meer dan 50% van het inkomen van de akkerbouw zorgt.

Een aantal gewassen wordt dus veel geteeld in Nederland, waarvan een groot deel op export gebaseerd is. Daarnaast worden er over het jaar heen verschillende groenten in Nederland geteeld. De volgende kennis heb ik voornamelijk gebaseerd op de seizoenskalender van Laura de Grave uit het kookboek Lekker Lokaal, dat gebaseerd is op de seizoenskalender van Dutch Cuisine (4) en haar gesprekken met Nederlandse telers.

Als je kijkt naar verschillende typen gewassen, vaak deels overeenkomend in nutriënten, zijn er van bladgroenten, knollen en kolen op ieder moment in het jaar varianten beschikbaar. De beschikbaarheid van groene bladgroenten, die erg belangrijk zijn voor ijzerinname, kan de vroege winter, november-december limiterend zijn. IJzer is ook te verkrijgen uit vlees, en bijvoorbeeld walnoten en lijnzaad. Waar kolen voornamelijk in de winter volop te verkrijgen zijn, zijn vruchtgewassen zoals courgette, aubergine en paprika alleen in de zomer uit Nederland te verkrijgen. Koolgewassen én vruchtgewassen bevatten veel verschillende vitaminen en mineralen. Hierdoor kun je het hele jaar door vitaminen als C, K, B-vitaminen uit Nederlandse producten halen. 

Groente- en fruitkalender Velt

In Nederland wordt fruit (appels en peren) voornamelijk geteeld als hardfruit in de winter en zachtfruit in de zomer (bosvruchten, bessen en aardbeien). Als je fruit exclusief uit Nederland haalt zal je in de winter enkel keuze hebben uit appels en peren, en in de zomer een bredere variëteit. Appels en peren worden geoogst in het najaar, maar inmiddels zijn er zulke geavanceerde koeltechnieken ontwikkeld waardoor Nederlandse appels en peren het hele jaar beschikbaar zijn. Deze stap kost energie, maar het conserveren van fruit heeft nog altijd een lagere milieu-impact dan wanneer het fruit niet wordt geconsumeerd en wordt weggegooid(1). Het verschil in milieu-impact tussen het consumeren van geconserveerd Nederlands fruit t.o.v. vers geïmporteerd fruit is onduidelijk. Ook kan er gedacht worden aan andere bewaartechnieken, zoals drogen, inmaken en fermenteren. 

Culinair journaliste Laura de Grave schreef recent in het AD over oude granen die volgens haar een plekje op ons bord verdienen. Vroeger werden er veel meer verschillende soorten granen geteeld in Nederland, maar door specialisatie en schaalvergroting zijn veel oude graansoorten verdwenen. Het telen en consumeren van een variëteit aan granen kan biodiversiteit vergroten en ons voedselsysteem veerkrachtiger maken. Daarbij is variatie erg belangrijk voor de gezondheid, omdat het zorgt voor een inname van verschillende voedingsstoffen. Inmiddels zijn er steeds meer graantelers die kiezen voor een diversiteit aan gewassen. 

Veel andere producten van Nederlandse bodem, zoals bonen en noten hebben een oogstmoment, maar kunnen gedroogd, verwerkt of opgeslagen worden om het hele jaar te kunnen consumeren.

In dit derde artikel van mijn artikelenserie kom ik terug bij de vraag: ‘’Kun je een volledig gezond voedingspatroon vullen met alleen Nederlandse producten gedurende alle seizoenen?’’

Er is veel potentie voor het telen van een grote diversiteit aan gewassen in Nederland. Op het moment worden er veel bulkgewassen in monocultuur geteeld, waarvan een groot deel wordt geëxporteerd en een groot deel bestemd is als veevoer. Als wij de volledige bevolking van Nederland willen kunnen voeden met enkel Nederlandse producten, dan zullen wij andere producten in een grotere diversiteit moeten gaan telen en consumeren. Het voedingspatroon zal er simpeler op worden, minder vlees en zuivel, maar het biedt ook mogelijkheden om oude Nederlandse gewassen te herontdekken.

Knollen, kolen, groenten van het seizoen, aardappels, verschillende granen, bonen en af en toe vlees of zuivel. Zoals ik in het tweede artikel benoemde, kan de potentie van het telen van Nederlandse eiwitgewassen verder worden onderzocht, voor directe consumptie en eventueel als krachtvoer voor vee. 

Ik denk dus zeker dat het mogelijk is om de volledige Nederlandse bevolking te voeden met enkel Nederlandse producten gedurende alle seizoenen.

En wat denk jij?

Voetnoten
(1) Macdiarmid JI. Seasonality and dietary requirements: Will eating seasonal food contribute to health and environmental sustainability? In: Proceedings of the Nutrition Society [Internet]. Cambridge University Press; 2014 [cited 2021 Jul 1]. p. 368-75.
(2) Milieudefensie: Een gezonde en eerlijke landbouw met toekomst [Internet]. Amsterdam; 2015. 
(3) Boerenbusiness.nl. Welke groenten worden het meest geteeld?  [Internet]. 2017 [cited 2021 Jul 2].
(4) Dutch Cuisine. Seizoenskalender [Internet]. [cited 2021 Jul 5].